Van den Brink (Jan), september 1988

Amro en Generale al 30 jaar dik bevriend

Functie: voormalig Voorzitter RvB AMRO Bank
Compaan: Cor Wijtvliet (drs.C.A.M.)
Locatie: bij Van den Brink thuis in Hilversum
Gezelschap: geen
Kruisnamen:Klaassen, Karsten.

Nagedachten
Nelissen had de volgende stap in de verinniging van AMRO en de Belgische Generale Bank aangekondigd. Hij suggereerde bij Van den Brink de voorgeschiedenis op te halen, te beginnen met EBIC. Die gaf een college Europese bancaire samenwerking.

Hoofddoel van ons bezoek echter was  inzicht te verkrijgen over de aanloop tot en de beginjaren van de Bankiersvereniging tbv de bundel 40 jaar Nederlandse Bankiersvereniging. Van den Brink nam de kans te baat om zijn maatschappelijke visie over de inrichting van de economie nog eens toe te lichten. (Hij had een autobiografie kunnen schrijven, materiaal in overvloed, maar gaf kennelijk de voorkeur aan zijn maatschappelijke inzichten als erfenis; Zoeken naar een Heilstaat).
Cor Wijtvliet, historisch geschoold, stelde de juiste vragen. Van den Brink was verheugd weer eens luisterende oren te treffen. Als dank chauffeurde hij ons – pet op – naar station Hilversum. Het ijs was dusdanig gebroken dat hij enige tijd later niet schroomde in een ronde tafelgesprek over de mannen van de NBV honderduit te praten.

Dat ronde tafelgesprek was professioneel het meest opwindende van alles wat Ik – en Cor Wijtvliet – ooit heb meegemaakt. Natuurlijk hebben we zelfcensuur toegepast, wat leidde tot Van den Brinks ‘zo kan het wel’. Dat gaf voldoende fiat, want Jan van den Brink was onbetwist de baas in het gezelschap van – in volgorde van baasschap – Batenburg, Vogelenzang, Jan Cees van Lanschot en Steensma. Hij hoefde maar even zijn vinger te bewegen en de rest van het gezelschap viel stil; letterlijk.

Vanwege de bijzonderheid van deze oral history is het gepubliceerde verhaal ook hier opgenomen. De tekst is geredigeerd door Wijtvliet.

In Nagedachten bij Batenburg is de ontkieming van het historisch project van ABN.AMRO aangestipt. Dat begon met een onderzoek naar de fusie tot Amro in 1963. Van den Brink zei ‘van een vergadering van de Bankiersvereniging terug op kantoor besloot ik meteen Karsten van de Rotterdamsche Bank te bellen’. Maar de gebelde, Karsten, vertelt in B&E van april 1979 dat het Klaasse was die had gebeld. Is ook logischer, want Van den Brink werd pas 1967 voor het eerst lid van de NBV. Een voorbeeld van een selectief geheugen? Dat past wel in het beeld van de naijver tussen Van den Brink en Karsten bij Amro.

JS, 13.01.2016

J.R.M. van den Brink geheel
Nakaarten voor 40 jaar NBV